Rudolf de Cock, Heer van Weerdenburg

Not the son of Renaud de Chatillon and Antioch. Renaud the Robber was executed in 1187.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Gebeurtenisse:

Notities bij Gijsbert de Cock Heer van Hemert

1. Stamvader van die De Cock.

2. Sy stand waarin hy gebore was, was ryk en vernaam, gekoppel aan die meeste Europese vorstehuise.

3. Hy en ander edeles kom in opstand teen die koning.

4. Hy verslaan die koninklike troepe.

5. Met die aanhoor van die gewonne aanslag, reageer die koning soos volg:-Coq à chanté de bon matin(die haan het vroeg gekraai).

6. Rufolf het gevoel, dat die koning dit gesê het met die bedoeling om hom te verneder.

7. Hy besluit om nie meer de Chatillon te gebruik en eerder de Cocq as naam te gebruik; totdat hy wraak op die koning geneem het.

8. Rudolf voel homself onveilig in Frankryk en gaan bly in sy geërfde Kasteel Huys te Rhenoy van sy oumagrooitjie Jolanda van Gelre, Gravin van Henegouwen.

9. Hy verruil Kasteel Huys te Rhenoy vir Kasteel Weerdenburg. Die naam van die Kasteel gaan later oor tot die dorpsnaam.

10. In 1265 word hy as die eerste eienaar van Kasteel Ophemert in die gemeente Neerijnen genoem.- Ingestuur Ds. MG Müller

Heer van Weerdenburg 1265-1280 en heer van Hiern, Neerijnen, Oppijnen en Meteren is de stamvader van het geslacht de Cock.
In het gebied tussen de Lek en de Linge en tussen Beesd en Leerdam, gelegen in de Tielerwaard, bezat hij veel goederen waaronder een burcht te Rhenoy. Deze bezittingen had hij geërfd van zijn bet-overgrootmoeder Jolanda van Gelre gravin van Henegouwen. Met graaf Otto II van Gelre komt hij overeen goederen te ruilen. Otto II had wel belangstelling voor het kasteel van Rudolf. Otto’s gebied kon dan nog beter worden verdedigd.
Na overleg met zijn zonen, Rudolf, Hendrik, Gijselbert en Willem, draagt hij 5 augustus 1265 zijn burcht te Rhenoy, alsmede al zijn goederen gelegen tussen de rivieren de Lek en de Linge op in ruil voor de heerlijkheden Hiern, Neerijnen en Opijnen. Hij krijgt daarbij toestemming om een kasteel te bouwen. Dit wordt het Kasteel Waardenburg. De naam van het kasteel gaat later over in het dorp.

De Cock (ook: de Cocq) was een Gelres adelgeslacht.
Vaak wordt er beweerd dat het geslacht afstamt van het Huis Châtillon, omdat er een gelijkenis is met het wapen van Châtillon, dat verder wel variaties zag per tak en wapenhouder.
Echter in 2020 promoveerde Henri Vermeulen aan de Rijksuniversiteit van Groningen in de graad van doctor op het proefschrift “Bouwsteen en Toetssteen. Een overweging van de bronnen en methoden van de genealogie gecentreerd rond het Gelderse geslacht De Cock“, waarin Vermeulen na intensief onderzoek tot de conclusie komt dat er geen enkel bewijs is dat de familie De Cock zou zijn voortgekomen uit het Franse geslacht Châtillon.
Ook voor de diverse verklaringen omtrend de achternaam “De Cock” is er geen enkel bewijs: deze gaan vermoedelijk terug op 19e-eeuwse fantasie. Stichting De Nederlandse Leeuw en het KNGGW achten dit werk van zodanig belang dat het een wijdere verspreiding verdient.